Dichterlijk

 

Wat zou de mens zijn zonder taal?
We denken er zelden over na, maar taal is onmiskenbaar een essentieel onderdeel van onderlinge communicatie. Om als complete wezens te kunnen functioneren zullen we moeten leren communiceren. Bij de geboorte zijn kinderen volkomen hulpeloos, al leren zij snel op een bepaalde wijze contact te maken met hun opvoeders. Tenminste, wanneer er geen sprake is van een communicatie-verstorende, nare handicap. De meeste mensen kunnen eerder praten dan schrijven, dove mensen daarentegen zullen waarschijnlijk eerst beginnen met schrijven en lezen.
 
Zou er ooit een samenleving zijn geweest zonder mondelinge taal? Zowel in de prehistorische tijd als in de huidige samenleving is deze vorm van communicatie essentieel. Mensen leven van verhalen, misschien zelfs zou je kunnen zeggen: de mens zelf is een verhaal. In de oudheid werden die verhalen vaak in een poëtische, dichterlijke vorm gegoten. Simpelweg omdat verhalen op die wijze beter onthouden kunnen worden. Altijd handig, wanneer er nog geen geschreven taal uitgevonden is. Poëzie kent een lange geschiedenis die teruggaat tot het Soemerische epos Gilgamesj, waar o.a. het bijbelse scheppingslied aan ontleend is.
 
Poëzie (afgeleid van het Griekse ‘poiesis’: maken, scheppen, vormen) heeft dus een lange, lange geschiedenis. Vanaf de vroegste mondeling geciteerde en gezongen verzen tot de hedendaagse schriftelijke, al dan niet gestructureerde vormen van dichtkunst. Poëzie is nauw verbonden met muzikale tradities en religieuze rites. Op deze wijze zijn veel van de overgebleven gedichten uit de oude wereld een vorm van geregistreerde informatie over de cultuur van de mensen uit het verleden. Hun gedichten zijn niet alleen gebeden of verhalen over religieuze onderwerpen, maar vertellen evenzeer over de gevoerde politiek destijds, over oorlogen en over de belangrijke mythen van hun samenlevingen.

Van poëzie valt eigenlijk geen definitie te maken: het geheel is meer dan de som der delen. ‘Poëzie is wat dichters schrijven’, zo definieerde poëet Robert Frost. Op die manier gaf hij aan dat poëzie ook iets ondoorgrondelijks blijft behouden dat zich onttrekt aan elke analyse of poging tot het geven van een sluitende definitie. Om het nog eens wat mooier te zeggen citeer ik graag W.H Auden, die over een gedicht zei: ‘De duidelijke uitdrukking van onduidelijke gevoelens.’

Denk nu niet dat poëzie alléén een ernstige aangelegenheid zou zijn. Wie de gedichten van bijvoorbeeld Willem Wilmink leest, weet wel beter. En wat te denken van onze sinterklaasgedichten. Soms weliswaar wangedrochten, soms hoogstandjes. Je zou zélfs bepaalde reclameslogans pure poëzie kunnen noemen! Wat dacht je van ‘Heerlijk helder Heineken’? Zonder die literaire alliteratie zou deze reclameslogan niet zo wervend zijn.
Kortom, poëzie hoeft niet moeilijk te zijn. Het is de verklanking van taal ‘voor elk wat wils’.

Foekje Dijk

Bij de avond met Elsbeth Etty op 27 september 2019